-
1 comparison
n. vergelijking; gelijkenis[ kəmpærisn]♦voorbeelden:there's no comparison between us • we zijn niet te vergelijkenby/in comparison with • in vergelijking/vergeleken met -
2 compare
n. vergelijking--------v. vergelijken; lijken opcompare1♦voorbeelden:¶ beyond/past/without compare • onvergelijkbaar, weergaloos————————compare2♦voorbeelden:our results compare poorly with theirs • onze resultaten steken mager/pover bij de hunne afII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vergelijken ⇒ de gelijkenis vaststellen/nagaan tussen♦voorbeelden:compare a translation with the original • een vertaling naast het origineel leggen -
3 bear/stand comparison with
bear/stand comparison with -
4 stack up
een file/rij vormen; de vergelijking doorstaan; ervoor staan; een wagen in de prak rijden; ophoudenstack up1 een file/rij vormen 〈 van auto's, vliegtuigen〉 ⇒ aanschuiven, 〈 in het bijzonder〉 wachten op landingsinstructiesII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский